Ik kan hier staan, vandaag 4 mei 2023, 78 jaar na het einde van de Tweede
Wereldoorlog, 78 jaar nadat de massamoord op Joden in Europa, in Nederland, in
Amsterdam tot een einde kwam.
Ik kan hier staan en u toespreken, als Rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente
Amsterdam. Een joodse gemeente met nu bijna 1000 gezinnen. Een groeiende en
bloeiende joodse gemeente, vol van joods leven. Een joodse gemeente waar we
bouwen aan bewust Jodendom en nieuwe generaties Joden, waar Jodendom ook
weer mooi, fijn en warm kan zijn. Een joodse gemeente waar ik trots op ben dat ik
daar 78 jaar na het einde van de Sjoa, al 30 jaar rabbijn mag zijn.
Ik kan hier staan. Ondanks de pogingen van de Nazi’s en hun Nederlandse
handlangers, meelopers en wegkijkers, en zelfs verraders, om de joodse
gemeenschap in ons land stap voor stap te isoleren, uit het land te verwijderen, en
volledig uit te roeien. Lo taamod al dam reecha, “sta niet aan de kant als het bloed
van je naaste vloeit”, is een beginsel in onze Tora (Vajikra 19:16), waar zoveel
mensen toen, maar helaas ook nu nog, geen boodschap aan hadden. Men keek
vaak toe hoe de joodse buurmannen, -buurvrouwen en buurkinderen, werden
afgevoerd in vrachtwagens, om uiteindelijk via kampen als Westerbork en Vught,
vermoord te worden, in Auschwitz-Birkenau, Sobibor, Bergen-Belsen en andere
concentratie- en vernietigingskampen in Midden en Oost Europa.
Ik kan hier staan, omdat er ook goede mensen waren, die mijn ouders hebben
helpen onderduiken.
Ik kan hier staan omdat mijn vader Sieg ten Brink, met zijn ouders en broer, van
september 1942 tot september 1944 door de familie Gindra in hun huis in het
plaatsje Bladel in Noord Brabant werd opgenomen, om hun levens te redden.
Ik kan hier staan, omdat mijn moeder Anna Rachel de Lieme, later Nanny ten Brink-
de Lieme, in het Limburgse en Katholieke Venlo, als laatste van een 12-tal
onderduikadressen, liefdevol onderdak kreeg bij Tante Iet en oom Jan Truyen. Ze
woonde tot de onderduiktijd samen met haar zusje Clary en haar ouders in Den
Bosch boven de synagoge, want haar vader was chazzan, voorzanger en leraar van
de joodse gemeente. Ze hadden afscheid genomen van hun ouders, Herman Isidoor
de Lieme en Betje de Lieme-Polak, voor de sjoel. Mijn grootouders doken onder in
het plaatsje Reusel in Brabant, maar zij werden verraden, gedeporteerd en vermoord
in Auschwitz. Mijn moeder en haar zusje, die ergens anders ondergedoken zat,
overleefden wel, dankzij die moedige mensen, die niet wegkeken.
Ik kan hier staan, vanwege deze moedige mensen, rechtvaardigen onder de
volkeren. Gewone mensen, die vanuit de goedheid van hun hart, vanuit hun morele
en ethische normen en waarden, mijn moeder en vader hebben gered. Zij begrepen
wat die zin betekende: lo taamod al dam re’echa, blijf niet aan de kant staan als het
bloed van je naasten vloeit. Ik ben hen eeuwig dankbaar.
Mijn zoon, Daniel ten Brink, staat vandaag op dit zelfde moment, in de vm.
Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan, om de herinneringsgebeden,
het jizkor en kaddisj, te zingen en uit te spreken, onder meer ter nagedachtenis aan
mijn opa, zijn overgrootvader, de chazzan/voorzanger van Den Bosch. Hij en ik
kunnen daar en hier vandaag staan, dankzij die mensen, die mijn vader en moeder
toen het leven hebben gered.
Twee weken geleden zong mijn zoon de sjoeldienst in de Liberaal Joodse Gemeente
Amsterdam. Als voorzanger. We stonden samen op de bima, de verhoging, de dienst
te leiden, en mijn kleinzoon Sem kwam tussen ons in staan, met zijn 2 ½ jaar. Hij
probeerde mee te lezen en de bladzijden in het gebedenboek om te slaan. De 5e
generatie, ondanks alles.
Wij kunnen hier staan, 4 mei 2023, omdat er in en in goede mensen waren in de
jaren 40-45, die het mogelijk hebben gemaakt dat er toch weer joodse generaties
door konden gaan, ondanks alles. Door hun moed, door hun moraal en fatsoen, door
hun menschzijn, in een tijd dat het goede van de mensheid verduisterd was.
Wij kunnen hier staan en herdenken, bij dit indringende monument op de Apollolaan.
Laten we niet alleen denken aan onze familie en die mensen die vermoord werden,
omdat ze joods waren of Sinti en Roma, maar ook aan die mensen, die in het verzet
zaten, die mijn ouders hebben helpen onder te duiken, die actief geholpen hebben
aan de goede kant, die, zoals de 29 mannen hier op de Apollolaan door Duitse en
Nederlandse Nazis, werden vermoord. Mensen die zich ingezet hebben om de
wereld een betere wereld te laten zijn, dan hij maar al te vaak was en helaas is.
Als we zo meteen 2 minuten stil zijn, laten we hier dan in eerbied staan, en ook die
mensen herdenken, die met onvoorstelbare moed, ons leven wel gered hebben, en
ervoor gezorgd hebben dat de joodse gemeenschap ondanks alles, kon doorgaan.
Zolang wij leven blijven zij leven. Zolang wij hen blijven herdenken, zullen ze niet
vergeten worden.
Rabbijn mr. Menno ten Brink