Dat ik hier voor u sta, heb ik te danken aan een
aantal zeer moedige mensen. Mensen die niet
weg keken toen hun buren werden opgehaald.
En niet weg keken toen direct daarna de wagen
Van de firma Puls aankwam rijden en het huis
Leeghaalde. Nee, deze mensen hebben met
gevaar voor eigen leven niet alleen mij gered
en mijn vrouw maar nog vele anderen.

Ik kwam toch nog door een razzia in de
Hollandse schouwburg terecht. Het was
november 1942. Daar zag ik voor de laatste
keer mijn vader en moeder op het toneel staan.
Toen ik de hand van mijn moeder wilde pakken
en het toneel op wilde klimmen, werd ik naar
de kindercreche gesleurd, mijn ouders naar
Westerbork. Ik heb ze nooit meer gezien.

Maar nu leven wij weer in een roerige tijd. In
een tijd waarin velen zich afvragen is amsterdam,
Mokum nog wel de plek waar we
lekker kunnen wonen? Moeten we hier niet weg?

Het antisemitisme, de jodenhaat, neemt
namelijk weer toe. Zelfs in ernstige mate.
Natuurlijk is het nooit weggeweest, maar
tegenwoordig, durft men er weer openlijk
voor uit te komen.

Door onwetendheid en lekker meelopen met de
meute, hoor en lees je, de meest vreselijke, anti
Joodse dingen. Die voor velen doen denken aan
de jaren 1938 en later.

Ik denk nu even terug aan de opening van het
Shoa museum enige tijd geleden. Wat een
schande was dat. Soms overstemde het
geschreeuw van de hysterische massa buiten de
serene rust binnen in de snoge.

Maar ja, in amsterdam mag je demonstreren.
Daar heb je immers recht op volgens de wet. En
op de wijze waarop je dat doet, hoe
discriminerend ook, daar mag men niet tegen
in gaan, volgens onze burgemeester. Een
demonstratie moet schuren, anders heb je er
niets aan zegt zij.

Maar men gaat volgens mij te ver, veel te ver.
Wat is er zoal gebeurd: een rabbijn die wordt
aangevallen, een mevrouw wordt belaagd,
sadels uit israel moeten uit de schappen van
Albert heijn.

Er worden foto’s gemaakt van de huizen waar
Joden wonen. Het Cidi meldt 1500 meldingen
van antisemitisme. Lenny Kuhr wordt bij een
optreden lastiggevallen. Een theater in Leiden
weigert joden die israel steunen. Hoe ver ben je
gezonken als je deze dingen doet? En wat te
denken van het schelden tegen joden.

Maar we zijn hier vanavond om onze dierbaren
die tijdens de holocaust zijn omgekomen,
vermoord, vergast, te herdenken. Daar is
immers 4 mei voor, volgens mij.

In Amsterdam woonden voor de oorlog 80.000
Joden. 63.000 zijn weggevoerd. Waaronder mijn
ouders en ouders van mijn vrouw. Vanuit
Amsterdam, ging dat met de tram vanaf de
Hollandse schouwburg. Men ging of naar het
Centraal station of anders naar het
Muiderpoort station. En net zo als bij de
spoorwegen, heeft het Gemeente
Vervoerbedrijf hier aan verdiend. En dan ging
men verder met de trein naar kamp Westerbork.
Een handje vol mensen , heeft de
verschrikkingen overleefd. Niet mijn ouders, en
niet de ouders van mijn vrouw.

Toen het handje vol overlevenden terugkwam
Uit de kampen of uit de onderduik waren ze
Vrijwel alles kwijt. Bijna al hun familileden,
hun huis, hun bezittingen, teveel om op te
noemen.

Op mijn negende onderduikadres, dat was in
Friesland, bij geweldige mensen, vroeg ik de
dominee of mijn vader en moeder ook terug
zouden komen. ‘Japje’ zei hij, ga iedere avond
voor het slapen gaan aan Onze Lieve Heer
vragen of hij je pappa en mamma terug wil
laten komen en dan zul jij eens zien”. Mijn
moeder was in februari 1943 al vergast, mijn
vader is in april 1943 bezweken. Beiden in
Auschwitz. De ouders van mijn vrouw in
Sobibor.

Wij gedenken nu onze omgekomen familie en
vrienden op deze plaats. Maar hoe mooi zou het
zijn als we dit nog meer zichtbaar zouden doen
door middel van nog meer struikelstenen te
plaatsen. Op het ogenblik zijn er in Amsterdam
bijna 3000 stenen gelegd. Er wonen momenteel
ongeveer 23.000 joden hier in Amsterdam. In
Nederland ongeveer 50.000.

Juist ook voor die ongelovigen en jodenhaters,
dan kunnen de inwoners van amsterdam zien
wie en waar de omgekomen joden hebben
gewoond. Misschien wel in hun huis.
Amsterdam was vroeger in grote delen Joods.
Niet voor niets noemde men het Mokum, naar
Makom uit het Iwriet. En kennen en gebruiken
we dagelijks veel Joodse, Jiddische woorden.
Wij die hier al jaren gelukkig wonen moeten
niet bang zijn. Moeten niet weg willen. We zijn
Amsterdammers en dienen evenals andere
groepen, beschermd te worden. Wij moeten
met een keppel over straat kunnen lopen. Of
met een zichtbaar joods teken.

We leven nu in een moeilijke tijd. Helaas kunnen
wij hieraan niets veranderen. Wel kunnen wij
iedere dag meeleven met de gegijzelden, en de
soldaten. En alle anderen die zijn omgekomen
sinds 7 oktober. Wij laten ons nu niet meer
klein krijgen. Het mag geen 1938 worden.
Helaas zijn we er al dichtbij.

Ik wens u voor nu een waardige avond en voor
U allen blijf gezond.

Salo Muller