Gedicht van Bente Kox
In de oorlog
In de oorlog waren mensen bang dat hun huis werd gebombardeerd.
Nu ben ik bang voor spinnen.
In de oorlog waren mensen boos omdat Hitler aan de macht was.
Nu ben ik boos als ik een onvoldoende krijg.
In de oorlog waren mensen verdrietig als hun joodse buren werden afgevoerd.
Nu ben ik verdrietig als mijn hamster dood gaat.
In de oorlog waren mensen ongerust dat er geen eten meer was.
Nu ben ik ongerust als ik iets niet af krijg.
In de oorlog huilden mensen als hun vader werd opgepakt.
Nu huil ik als ik val.
Vroeger was iedereen blij toen de oorlog was afgelopen.
Nu ben ik nog steeds blij.
Gedicht van Anna van Ruijssevelt
Ik zit op mijn kamer samen met mijn zusje.
Ik kijk in haar ogen.
Ik probeer te bedenken, wat zal zij voelen?
Ik zie een traan, een traan van angst en verdriet.
Ik kijk uit het raam.
Ik hoor sirenes en knallen, maar het enige wat ik zie zijn flitsen.
Waarom? vraag ik me af.
Ik zit in de schuilkelder samen met mijn zusje.
Ik hou haar hand vast.
Ik voel dat ze het eng vindt.
Ik probeer haar te troosten, maar ik weet: het zal niet helpen.
Ik fluister in haar oor: je hoeft niet bang te zijn
Ik dwaal weer af naar mijn gedachten
Waarom? vraag ik me af