We wisten het niet, werkelijk niet. Veel mensen zullen dat in alle oprechtheid zeggen. Ja, ze wisten wel dat er iets angstaan­jagends gaande was, Het was ten slotte oorlog. En ze hoorden ook van razzia’s of zagen die met eigen ogen. Maar dat het letterlijk zo onvoorstelbaar gruwelijk en kwaadaardig was, dat konden ze uit zichzelf niet bedenken.

En misschien is dat nog wel een hoopvol teken.

Maar was dat beperkte weten dan niet voldoende om in verzet te komen?

Kennelijk niet.

En het gebeurt nog steeds. Kleuters, zwangere vrouwen en oude mannen worden ook nu nog stelselmatig uitgemoord. Niet met zo’n technische perfectie als tijdens de Holocaust.
Ongedisciplineerder, meer in het wilde weg. Maar de verschrik­kingen zijn dezelfde.

En wij weten het. En het is niet onvoorstelbaar meer. De media laten het in alle gruwelijkheid zien. Maar ook wij komen nauwelijks in verzet. We hebben de verantwoordelijkheid om er iets tegen te doen uitbesteed aan overheden, organisaties en commissies. Hun taak. En hun schuld als hun bemoeienissen niet blijken te helpen.

Wij blijven, denk ik, niet passief omdat we zo slecht zijn. Maar omdat we ons machteloos voelen tegenover zoveel intense kwaadaardigheid. Maar dat zou degenen onder ons die niet worden belast door achtergebleven bagage uit de oorlog, wel bescheiden moeten maken. Dankbaar ook jegens degenen die in de oorlog niet alleen wisten, maar ook in verzet kwamen.

Ik weet niet of het waar is dat het altijd en overal kan gebeuren. Dat wordt wel gezegd. In Ieder geval is de kans erop kleiner in een open samenleving, Als er vrijheid is van opvattingen, geloof, levensovertuiging en meningsuiting, En ook vrijheid voor doen en laten zolang het een ander niet in diens vrijheid schaadt.
Kwaad en verderf gedijen vooral als veel niet geloofd, gezegd en gedaan mag worden. Dan kunnen ze in het verborgene gaan broeien.

Bevreemding voelen bij het zien van het wezenlijk andere dan wat je zelf bent gewend te denken en te doen, Het is nu eenmaal zo menselijk. Als dat niet màg worden gevoeld, laat staan worden geuit, is er het risico dat de verbazing zich zal omzetten in afkeer.
Jongeren die in een open en vrije levenssfeer opgroeien zijn minder bevattelijk voor intolerantie en redeloze agressie. En mocht het spook van het kwaad toch de kop opsteken, dan zijn er onder hen die zullen protesteren .. Die de menselijke ,waardigheid zullen verdedigen tegen terreur en onderdrukking.

Moedige dwarsliggers. Die wel bang zijn, en vragen ‘waarom ik?’
Maar toch doen wat ze weten dat gedaan moet worden. Zoals eens
Mozes, Gideon, David, Daniël.

De doden die we vanavond gedenken droegen vaak hun naam. Of
een, andere. Of hun naam bleef onbekend.

Laten we hen met hoop in het hart gedenken.

Rita Kohnstamm

4 mei toespraak Apollolaan hoek Beethovenstraat